Sarah Grégoire treedt in de voetsporen van haar vader: ze volgt een opleiding tot kunstrestaurateur en is met veel enthousiasme begonnen aan een stage in Parijs in het atelier van Alex Abadie, een kei op dit gebied die werkt voor de beste musea. Maar na een tijdje beginnen haar dingen op te vallen over de manier waarop de grootste meesterwerken die Abadie onder handen heeft, worden behandeld. Ze vindt het werk er niet prettig meer en keert terug naar België, waar ze aan de slag kan bij de restauratie van een kerk in Brugge. Haar patroon daar is de vroegere compagnon van haar vader. De breuk was destijds heftig en beiden mannen hebben sindsdien geen woord meer gewisseld. Had dat te maken met het geheimzinnige genootschap Vrienden van de Meesters, waar Sarah telkens weer kleine stukjes van ontdekt?
©Oscar Spierenburg