Lezing door Ward Koster, emeritus hoogleraar Fysische geografie, in het bijzonder de geomorfologie, Universiteit Utrecht
Ward Koster gaat in op de schommelingen van het zeeniveau in het Kwartair. In dit jongste geologische tijdvak, dat ca. 2,5 miljoen jaar geleden begon, wisselen koude en warmere perioden elkaar af. Tijdens de ijstijden of glacialen ontstaan er vooral op het noordelijk halfrond grote ijskappen. In de relatief warme perioden tussen twee ijstijden, de interglacialen, trekt het landijs zich terug. Aangroei en afsmelting van landijs veroorzaakt grote schommelingen van de zeespiegel. Regionaal verschillen de veranderingen echter sterk.
Het zeeniveau is sinds de laatste ijstijd (het Weichselien) meer dan 100 meter gestegen. De snelheid waarmee de zeespiegel stijgt neemt in de loop van het Holoceen (de laatste 11.000 jaar) echter zeer snel af, van meer dan 1 meter per eeuw tot zo’n 18 cm in de 20e eeuw. Klimaatwetenschappers van het IPCC berekenden in 2019 dat het wereldgemiddeld zeeniveau (‘global mean sea level’) in de 21e eeuw, afhankelijk van de uitstoot van broeikasgassen, kan stijgen met 30 tot 110 cm.
Type uw postcode en druk op de knop om een persoonlijke routeplanning in een nieuw venster te openen.