Een skûtsje (uitspraak: skoetsje, Fries voor ‘schuitje’) is een houten of stalen Friese tjalk gebouwd voor het vervoer van vracht in Friesland. Afhankelijk van het seizoen vervoerden ze mest, terpaarde, aardappelen en andere bulkgoederen. De schipper en zijn gezin woonden aan boord van het skûtsje.
Deze zeilschepen werden vanaf de 18e eeuw gebouwd tot circa 1930. De lengte bedraagt 12 tot 20 meter. De breedte hangt samen met de afmetingen van bruggen en sluizen in het vaargebied en is gemiddeld 3,5 meter tot maximaal een meter of vier. De scheepjes zijn gebouwd om te zeilen en waren oorspronkelijk dan ook niet voorzien van een motor.
Sinds 1820 werden wedstrijden met skûtsjes georganiseerd. Toen werd met name gezeild als de boeren geen vracht hadden en de schippers op die manier wat geld konden verdienen. Vaak waren het kasteleins die een wedstrijd uitschreven, bijvoorbeeld als er kermis was, zodat na afloop de prijsuitreiking in het café kon worden gehouden. In de tweede helft van de negentiende eeuw werden verenigingen opgericht om het zeilen te organiseren. Dat was ongeveer het moment waar het idee van de amateursport in zwang raakte. Omdat het op een gegeven moment voor beroepsschippers niet goed mogelijk was om een skûtsje in de vaart te houden, werden er stichtingen opgericht en uit die stichtingen is het huidige SKS kampioenschap ontstaan. De wedstrijden met schepen die gezeild worden door bemanningen afkomstig uit de binnenvaart worden georganiseerd door de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen, de overige wedstrijden met skûtsjes door de vereniging met de naam Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen.
Kom je ook? Aanmelden is niet nodig en de toegang is gratis.